boerderij434x265

Ontwerpen is een nieuwe laag toevoegen


Interview met Anneke Coops van Het Oversticht

In Het Ontwerpboek bieden ervaren ontwerpers van leertrajecten de lezer een kijkje in de keuken van hun vak. Twaalf uiteenlopende ontwerppraktijken laten zien hoe de ontwerpers te werk gaan als ze een leervraag krijgen en daar een leerproces voor gaan maken. Dat levert mooie beschrijvingen op van leertrajecten, maar ook van 'the making of', van kritische situaties in het ontwerpproces en zoeken naar 'dat wat werkt'.

 

In Het Ontwerpboek steken we ook de grenzen van ons vakgebied over en ontmoeten we ontwerpers uit totaal andere disciplines, met als doel van hen te leren. In deze blog geef ik een vervolg aan die interviews in het boek. Ik ga op bezoek bij landschapsarchitect en ervenconsulent Anneke Coops. Zij heeft meegeschreven aan het boek Heren op het land, dat gaat over hoe onder andere het landschap van Twente is veranderd door de activiteiten van textielfabrikanten. Dit boek is genomineerd voor Overijssels boek van het jaar. Anneke werkt bij Het Oversticht. Deze organisatie is in 1925 opgericht om het ontstaan van ruimtelijke kwaliteit te bevorderen en om ruimtelijk erfgoed in stand te houden.

 

Wat is ontwerpen voor Anneke en voor welke benadering kiest zij? Welke lessen kunnen we daaruit trekken voor het vak van ontwerper van leertrajecten?

 

Eigenheid behouden en nieuwe functies versmelten met oude

"Wat ik mooi vind aan mijn vak is dat ik bijdraag aan het landschap van de toekomst. Een landschap dat later ook nog goed gewaardeerd en goed gebruikt wordt", zegt Anneke. Gemeenten vragen haar om naar een plan of idee te kijken dat een initiatiefnemer heeft met een erf. Deze initiatiefnemer kan bijvoorbeeld een boer zijn, of een instelling. Soms is er nog geen ontwerp, alleen een vraag: wat mag of kan hier? "Een boer wil bijvoorbeeld bij zijn kleine boerderij een horecagelegenheid beginnen. Ik kijk dan of dat mag en waar op gelet moet worden. Waar laten bezoekers de auto of fiets, hoe is de scheiding tussen openbaar en publiek? Ik zet dan de bril op van de ontwerper en geef ruimtelijk advies. Vragen die dan spelen, zijn: hoe ziet het erf eruit, hoe is het nu ingedeeld, wat wil je behouden, waar wil je veranderingen aanbrengen? Waar het mij dan om gaat is hoe je die horecafunctie in de bestaande gebouwen op het erf kunt onderbrengen. Van een oude mestplaat kun je bijvoorbeeld een terras maken. De kapschuur kan een garage worden. Mijn ambitie is dan om deze mensen zo te helpen, dat het karakter en de eigenheid van het erf overeind blijven.

 

De waarde laten zien van wat er is

We raken in gesprek over Anneke's aanpak. Hoe gaat ze te werk als ze een vraag krijgt? "Ik maak een afspraak op het erf, loop er rond en praat met de mensen die er wonen aan de keukentafel. En luister dan goed naar wat ze zeggen en wat ze belangrijk vinden. Ik wijs mensen op een mooie zichtlijn, een dijkje, een pad dat ergens heeft gelopen. Als je zoiets aanwijst worden ze vaak ook enthousiast, omdat ze merken dat ik zie hoe het is gegroeid. Ze nemen dan eerder een advies over. Waar het om draait is hoe je elkaar kunt vinden in het spel van wat vind ik ervan, wat vinden de mensen ervan, staan ze erachter? Je moet de mensen stimuleren om de waarde te zien van het erf zoals het is en hoe het kan verbeteren."

 

Een nieuwe laag aanbrengen op de geschiedenis

"Identiteit is voor veel mensen van belang om te begrijpen waar ze zijn, waar ze wonen, hoe ze zich voelen op een plek. Als je alles weghaalt en je zet er iets nieuws voor in de plaats, dan sla je de hele geschiedenis eruit. Juist de continuïteit van ontwikkelingen maakt een landschap en een stad waardevol.

Het kantoor van het Oversticht is een mooi voorbeeld. De oude balken in het voormalige pakhuis zijn gebleven, want die zijn heel mooi en bijzonder. Maar er is wel glas en staal toegevoegd. Dat is precies wat je doet als landschapsarchitect: een nieuwe laag toevoegen. Je kijkt hoe een landschap is gegroeid in de loop van de eeuwen en pakt daar de dingen uit die nog steeds herkenbaar zijn. Zo had bijvoorbeeld een landschapsarchitect eens het idee om een oud dijkje- dat geen functie meer had- te gebruiken als nieuwe toegangsweg tot een erf. Wat we bij het Oversticht niet van houden is historiseren: dingen terug halen die niet meer zichtbaar zijn. Daar moet je mee uitkijken, want voordat je het weet ga je interpreteren omdat je niet weet niet hoe het precies was. Je ziet nu bijvoorbeeld dat er weer jaren 30 woningen gebouwd worden. Dat heeft te maken met nostalgie, terug verlangen naar een tijd die je zelf vaak niet eens hebt meegemaakt."

 

Goed verhaal

Je moet niet bang zijn om nieuw landschap te maken en iets groots te doen. Als je iets nieuws toevoegt, moet je een goed verhaal hebben aldus Anneke. Ze noemt als geslaagd voorbeeld de Natuurderij Keizersrande: een nieuwbouw boerderij waar melk geproduceerd wordt, mensen kunnen genieten van de natuur en waar een goede doorstroming wordt gegarandeerd van de rivier de IJssel. Het erf en de gebouwen van de Keizersrande zijn geplaatst op een nieuwe terp, die bij hoog water pal aan de rivier ligt. De werkzaamheden op het bedrijf zijn direct gerelateerd aan de waterstand van de IJssel en het beheer van de uiterwaarden. Intensieve begrazing van de koeien in het gebied zorgt er onder andere voor dat het gras kort blijft. Dit maakt dat de IJssel bij hoogwater makkelijk buiten de oevers kan treden op de plaats waar het de bedoeling is, en dus niet in de stad Deventer.

"De maatstaf bij veranderingen van erf en landschap is het begrip ruimtelijke kwaliteit. Daar zitten esthetische en sociale aspecten aan, beleving, maar het gaat ook over kwaliteit door de tijd heen, over de manier waarop een stad, landschap, erf of object gebruikt wordt".

 

Wat leer ik van deze landschapsarchitect en ervenconsulent?

Het verhaal van Anneke bevestigt mijn gedachte dat het van belang is om als ontwerper aan te sluiten bij wat er is. Wat geeft leven en wat waarderen mensen in het bestaande? Als ik als ontwerper word uitgenodigd om een leertraject te maken, dan probeer ik altijd aanknopingspunten te vinden in hoe het leren nu verloopt. Wat is effectief en wat maakt dat dat zo is? Daarop bouw ik voort. Anneke zet mij aan het denken over het vormgeven van leertrajecten ten behoeve van veranderingsprocessen. Juist omdat je dan nieuwe wegen wilt inslaan, wil je dat het leerproces de verandering ademt en uitlokt. Breken met het bestaande dus. Wat is dan je goede verhaal daarbij? Hoe zorg je dat mensen uit hun comfort zone stappen, zodat beweging ontstaat, maar ook genoeg houvast ervaren om mee te doen? Een interessant spanningsveld voor een volgende ontmoeting.